Selecteer een pagina

De gelijkenis tussen de Meetkunde van Euclides en Ideologieën.

Euclidische, elliptische en hyperbolische meetkunde. Aan het parallellenpostulaat wordt alleen in modellen van Euclidische meetkunde voldaan.

De Griekse wiskundige Euclides van Alexandrië (circa 300 v. Chr.) is de grondlegger van onze meetkunde waarvan wij allemaal dagelijks gebruik maken. Dit is een systeem van meetkundige en rekenkundige bewijsvoeringen waarmee een aantal verschijnselen in een begrijpbare vorm wordt weergegeven waardoor ze hanteerbaar worden.

Dit systeem is gebaseerd op vijf axioma’s of postulaten of aannames waarin de basiselementen gedefinieerd worden. Vooral het vijfde postulaat (twee parallelle rechten snijden elkaar nooit) kon nooit bewezen worden en toch is alle praktische meetkunde tot vandaag daarop gebaseerd (althans volgens de “Principia Mathematica” van Russell en Whitehead, (1913) tot Gödel de onvolledigheid ervan aantoonde in 1931. Wikipedia).

Toch is dit niet het enige systeem. In de meer recente wetenschap zijn er andere systemen ontwikkeld die de basiselementen anders definiëren, vooral het vijfde postulaat van Euclides (het parallellenpostulaat), en daarop kan men eveneens een geheel meetkundig systeem uitbouwen. De twee bekendste zogenaamde niet-Euclidische meetkundesystemen zijn de hyperbolische meetkunde en de elliptische meetkunde die later Einstein hielpen bij het ontwikkelen van zijn relativteitstheorie.

Er valt mij een treffende gelijkenis op met de meest bekende godsdiensten en ideologieën in hun hedendaagse vorm of vormen. Ze zijn allemaal gebaseerd op dogma’s: stellingen die door een religie, ideologie of andere organisatie (Wikipedia) als onbetwistbaar worden beschouwd. En daarop is hun gehele gedachtegoed opgebouwd.

De aanhangers of volgelingen van dat gedachtegoed mogen die dogma’s echter in geen geval in twijfel trekken of betwisten. Meestal op straffe van uitsluiting, verkettering of vaak nog veel ergere misdaden.

Kenmerkend voor een dogmatische persoon of groep mensen is diens onbuigzame overtuigingen en het niet open staan voor rationele argumenten. (Wikipedia)

Intussen is het wetenschappelijk vastgesteld dat uitsluiting uit een groep even erge mentale pijn veroorzaakt als fysiek geweld. Dank zij recente technologieën zoals MRi-scans en neuroscience kon men duidelijk vaststellen dat bij uitsluiting dezelfde hersengebieden even fel – of zelfs meer – geactiveerd werden als bij fysieke pijn.

Uitsluiting uit de groep, hetzij tijdelijk door misprijzen, veroordelen of zelfs negeren, hetzij definitief door reële verbanning, het uitroepen van een banvloek, of zelfs levensbedreiging, is daarom een ernstige misdaad tegen de menselijkheid die niet kan overschat worden. (Uitsluiting en (de)radicalisering)

Wie zich zelfs tegenover eigen geloofsgenoten daarvan bedient, zelfs al is het maar door ermee te dreigen, begaat een zwaar misdrijf dat gelijk staat met fysiek geweld. Dat dient op gelijk wijze veroordeeld te worden – zoals vrijwillige slagen en verwondingen – en even zwaar bestraft te worden. (Alleen, hoe bewijs je dat?)

Maar helaas zijn de meeste mensen opgevoed in een onderdrukkend systeem en zijn zij van kleins af aan geconditioneerd om zulke misdaden maar te slikken zonder veel protest. En eveneens om lijdzaam toe te zien wanneer die misdaden tegenover anderen worden gepleegd. Daardoor geven zij impliciet hun goedkeuring aan dergelijk gedrag. En zeker als dat begaan wordt door de gezagdragers van die ideologieën, ook al staan die luidkeels te prediken over verdraagzaamheid, medemenselijkheid, broederlijkheid en noem maar op. Dat is de bedrieglijke dubbelzinnigheid van die gezagsdragers onder het masker dat zij bedienaars van de Eredienst zijn. En niet zelden moedigen hun volgelingen dergelijke misdaden van onderdrukking zelfs aan, als overtuigde aanhangers van die onderdrukkende opvoeding waarvan zij zelf het onbewuste slachtoffer zijn.

Alice Miller noemt dit dan ook De Vicieuze Cirkel van de Zwarte Pedagogie. (“Hoezo Welopgevoed” p33 e.v.)

Welke redelijke, intelligente, weldenkende en gewetensvolle mens kan dergelijk gedrag van die zelfverklaarde geestelijke leiders nog begrijpen en is nog bereid die te volgen?

Want neem de dogma’s van die godsdiensten en ideologieën weg (denk aan het parallellenpostulaat) en zij storten als kaartenhuisjes in bij essentieel gebrek aan consistentie.

Toch kan dat geen reden zijn om de universele kernwaarden van die diverse ideologieën meteen mee weg te gooien. Daarvoor zijn ze te belangrijk. Misschien is het mogelijk een ideologisch ‘systeem’ op te bouwen dat uitgaat van die universele kernwaarden zonder die andere ideologieën uit te sluiten want dan zouden we zelf die misdaad begaan.

Daarom lijkt mij de eerste en belangrijkste waarde Respect.

Maar wat betekent Respect voor jou? Hoe zou jij dat invullen? En waar liggen de valkuilen?